Jo Dom

Jo Dom

Jo Dom

Jo Dom werd in 1956 geboren in Herentals als jongste in een gezin van 6 kinderen. In haar jeugd was ze bijzonder sportief: ze turnde, deed aan atletiek, ze kajakte… Ook nu heeft ze nog altijd geen ‘zittend gat’ en is bezig zijn (in de tuin werken, met de hond gaan wandelen, allerlei klussen met of zonder verfpot…) haar hobby. Jo is de levenspartner van Leo Riemis, de eerste groene verkozene en een van de pioniers van de groene beweging in Geel.

Ze komt uit een gezin met een moeder die voor haar tijd behoorlijk feministisch was. Ze nam graag initiatief en haar man volgde haar daarin. “Onze ouders wezen ons van jongs af op de ongelijkheid tussen arm en rijk, en op het harde leven van werkman”, zegt ze. “52 weken in een jaar: 50 voor de baas en 2 voor de werkman… Werkdagen van 10 uur en meer waren toen, zeker op ‘den travaux’, geen zeldzaamheid. En de weddes waren laag, want de mensen waren laaggeschoold. Mijn ouders waren eerlijk, open en rechtvaardig. Ik heb daar veel van opgestoken en mijn moeder was mijn voorbeeld. Ze moest als 12-jarige met haar ouders op vlucht voor W.O. II; mijn vader overkwam hetzelfde op zijn 18 jaar. Beiden vluchtten toen naar Frankrijk.”

Op haar 17de belandde Jo in Geel, aan het HIK (nu Thomas More) voor een opleiding maatschappelijk assistente. Daar ging voor haar een venster op de wereld open, en op de ongelijke behandeling van mensen. Het was de tijd dat in Chili een wrede dictatuur tot stand kwam onder Pinochet. “Ik herinner me de aankomst van Sergio en Antoniëtta, onze eerste politieke vluchtelingen, nog goed” vertelt ze. “Een jong Chileens koppel, dat ’s nachts door vrienden uit bed was gehaald en op het eerste het beste vliegtuig was gezet, dat naar België bleek te vliegen. Zij was hoogzwanger, hij werd al eerder opgepakt en gemarteld. Er was een doodseskader onderweg om hen te vermoorden omwille van hun politieke overtuiging. Zij hadden geluk, maar anderen niet. Hun verhaal pakte me enorm. En vandaag is het niet anders.”

Jo Dom werkt ondertussen al 42 jaar in de sociale sector, waarvan 26 jaar voor het Geelse OCMW: 6 jaar in het rusthuis en 18 jaar voor de sociale dienst. Werkloosheid, uitzichtloosheid, kansarmoede, ziekte, een faillissement, verslaving, verlies en onrecht…. ze kent het uit de eerste hand. Maar ze gaat samen met de mensen op pad om hen te ondersteunen en de sterkte en de moed te geven om vol te houden. Gelukkig werkt dat: mensen slagen er wel degelijk in om een beter leven op te bouwen, kinderen leven op als het beter gaat, jongvolwassenen zetten alles op alles om te studeren en vinden zo een goede job, failliete middenstanders worden goed opgevangen en krijgen alles weer op een rijtje. En vluchtelingen, die vaak van geen hout pijlen weten te maken, zetten zich in om onze taal onder de knie te krijgen; ze volgen gemotiveerd hun inburgeringscursus en krijgen dankzij hun doorzettingsvermogen meer kansen op een job.

“Dit alles maakt dat ik me aangesproken voel door de nieuwe partij, de Brugpartij”, aldus Jo. “Het is een partij die streeft naar solidariteit, naar verdraagzaamheid, begrip en ondersteuning. Een partij ook die ingaat tegen de verzuring en de verbittering van onze maatschappij, en die mededogen heeft voor mensen die moeten vluchten uit oorlog, onderdrukking en armoede. Ik wil me met de Brugpartij ook inzetten voor het milieu, om onze kinderen en kleinkinderen een gezondere en betere wereld na te laten. Dat is waar ik voor sta en waar ik mijn steentje toe wil bijdragen.”

Jo Dom

Winkelomheide

Jo Dom werd in 1956 geboren in Herentals als jongste in een gezin van 6 kinderen. In haar jeugd was ze bijzonder sportief: ze turnde, deed aan atletiek, ze kajakte… Ook nu heeft ze nog altijd geen ‘zittend gat’ en is bezig zijn (in de tuin werken, met de hond gaan wandelen, allerlei klussen met of zonder verfpot…) haar hobby. Jo is de levenspartner van Leo Riemis, de eerste groene verkozene en een van de pioniers van de groene beweging in Geel.

Ze komt uit een gezin met een moeder die voor haar tijd behoorlijk feministisch was. Ze nam graag initiatief en haar man volgde haar daarin. “Onze ouders wezen ons van jongs af op de ongelijkheid tussen arm en rijk, en op het harde leven van werkman”, zegt ze. “52 weken in een jaar: 50 voor de baas en 2 voor de werkman… Werkdagen van 10 uur en meer waren toen, zeker op ‘den travaux’, geen zeldzaamheid. En de weddes waren laag, want de mensen waren laaggeschoold. Mijn ouders waren eerlijk, open en rechtvaardig. Ik heb daar veel van opgestoken en mijn moeder was mijn voorbeeld. Ze moest als 12-jarige met haar ouders op vlucht voor W.O. II; mijn vader overkwam hetzelfde op zijn 18 jaar. Beiden vluchtten toen naar Frankrijk.”

Op haar 17de belandde Jo in Geel, aan het HIK (nu Thomas More) voor een opleiding maatschappelijk assistente. Daar ging voor haar een venster op de wereld open, en op de ongelijke behandeling van mensen. Het was de tijd dat in Chili een wrede dictatuur tot stand kwam onder Pinochet. “Ik herinner me de aankomst van Sergio en Antoniëtta, onze eerste politieke vluchtelingen, nog goed” vertelt ze. “Een jong Chileens koppel, dat ’s nachts door vrienden uit bed was gehaald en op het eerste het beste vliegtuig was gezet, dat naar België bleek te vliegen. Zij was hoogzwanger, hij werd al eerder opgepakt en gemarteld. Er was een doodseskader onderweg om hen te vermoorden omwille van hun politieke overtuiging. Zij hadden geluk, maar anderen niet. Hun verhaal pakte me enorm. En vandaag is het niet anders.”

Jo Dom werkt ondertussen al 42 jaar in de sociale sector, waarvan 26 jaar voor het Geelse OCMW: 6 jaar in het rusthuis en 18 jaar voor de sociale dienst. Werkloosheid, uitzichtloosheid, kansarmoede, ziekte, een faillissement, verslaving, verlies en onrecht…. ze kent het uit de eerste hand. Maar ze gaat samen met de mensen op pad om hen te ondersteunen en de sterkte en de moed te geven om vol te houden. Gelukkig werkt dat: mensen slagen er wel degelijk in om een beter leven op te bouwen, kinderen leven op als het beter gaat, jongvolwassenen zetten alles op alles om te studeren en vinden zo een goede job, failliete middenstanders worden goed opgevangen en krijgen alles weer op een rijtje. En vluchtelingen, die vaak van geen hout pijlen weten te maken, zetten zich in om onze taal onder de knie te krijgen; ze volgen gemotiveerd hun inburgeringscursus en krijgen dankzij hun doorzettingsvermogen meer kansen op een job.

“Dit alles maakt dat ik me aangesproken voel door de nieuwe partij, de Brugpartij”, aldus Jo. “Het is een partij die streeft naar solidariteit, naar verdraagzaamheid, begrip en ondersteuning. Een partij ook die ingaat tegen de verzuring en de verbittering van onze maatschappij, en die mededogen heeft voor mensen die moeten vluchten uit oorlog, onderdrukking en armoede. Ik wil me met de Brugpartij ook inzetten voor het milieu, om onze kinderen en kleinkinderen een gezondere en betere wereld na te laten. Dat is waar ik voor sta en waar ik mijn steentje toe wil bijdragen.”